Wandelroute 'Ons Kloosterpad'
Tijdens de wandelroute 'Ons Kloosterpad' word je meegenomen in de geschiedenis van de Sint-Benedictusabdij. Ook wel bekend als de Achelse Kluis.
Kloosterleven op de grens
Al in 1656 stond er op deze plek een grenskerk, bedoeld voor katholieken uit Nederland, die toen in eigen land geen erediensten mochten houden. In 1686 kwam hier een gemeenschap van kluizenaars bij. Sindsdien is dit een plek van gebed en geestelijk leven.
In de loop der jaren werd de abdij steeds verder uitgebouwd. Een deel kwam terecht op Belgische grondgebied en een deel op Nederlandse grond. Officieel heet dit klooster Onze-Lieve-Vrouw-van-La-Trappe-van-de-Heilige-Benedictus, maar in de volksmond staat het bekend als de Achelse Kluis.
De abdij is nog steeds in gebruik al…
Tijdens de wandelroute 'Ons Kloosterpad' word je meegenomen in de geschiedenis van de Sint-Benedictusabdij. Ook wel bekend als de Achelse Kluis.
Kloosterleven op de grens
Al in 1656 stond er op deze plek een grenskerk, bedoeld voor katholieken uit Nederland, die toen in eigen land geen erediensten mochten houden. In 1686 kwam hier een gemeenschap van kluizenaars bij. Sindsdien is dit een plek van gebed en geestelijk leven.
In de loop der jaren werd de abdij steeds verder uitgebouwd. Een deel kwam terecht op Belgische grondgebied en een deel op Nederlandse grond. Officieel heet dit klooster Onze-Lieve-Vrouw-van-La-Trappe-van-de-Heilige-Benedictus, maar in de volksmond staat het bekend als de Achelse Kluis.
De abdij is nog steeds in gebruik als plaats van bezinning door een katholieke geloofsgemeenschap die zijn oorsprong heeft in Brazilië. Het is ook een geliefde plek voor wandelaars en fietsers die de mooie omgeving van akkers, bossen en heide graag opzoeken. In de Achelse Kluis kun je even bijkomen en genieten van een huisgebrouwen trappist.
Loop vanaf de parkeerplaats langs de abdij, richting de Petrus van Eijnattenlaan. Hier is de reconstructie van de Doodendraad. Nu kun je de bovenstaande knooppunten volgen.
De start, knooppunt 68, ligt op de grens van Nederland en België. De wandelroute loopt eerst over Nederlandse grond. Vanaf knooppunt 118 ben je in België, vanaf 73 terug in Nederland om uiteindelijk weer op de grens te eindigen.
Trappisten in Achel
De monnikengemeenschap die zich vestigde in de Achelse Kluis hoorde bij de orde van de Cisterciënzers van de Strikte Observantie. Zij worden ook wel ‘trappisten’ genoemd. Zij leven volgens de Regel van Benedictus.
Benedictus van Nursia leefde in de zesde eeuw. Vóór zijn tijd leefden kloosterlingen vooral als kluizenaars. Hij stelde nieuwe regels op waarin de deugden werden beschreven waaraan monniken zouden moeten voldoen. Hierin staan gehoorzaamheid, armoede en nederigheid centraal. Vele geloofsgemeenschappen in de eeuwen na Benedictus leefden volgens zijn Regel.
Ook de kloosterlingen die nu in de Kluis wonen, de katholieke leefgemeenschap Farenza da Esperança, leiden een sober leven. Zij bereiden ex-verslaafden voor op een leven in de maatschappij.
Het kwaad van D’n Droad
Tijdens de Eerste Wereldoorlog liep bij de Achelse Kluis de grens tussen oorlog en vrede. België was bezet door de Duitsers. Nederland was neutraal. Om te voorkomen dat spionnen, verzetslui, smokkelaars en vluchtelingen ongezien de grens over konden, legden de Duitsers een 332 kilometer lange draadversperring langs de grens van België en Nederland. Tweeduizend volt op deze zogenoemde ‘Dodendraad’ moest ervoor zorgen dat er geen mensen de grens over konden.
Een reconstructie van D’n Droad vertelt meer over de dramatische verhalen die zich in de oorlogsjaren bij deze grensversperring hebben afgespeeld. De Doodendraad ging ook dwars door de tuin van de Achelse Kluis. Het klooster werd in die tijd bezet door de Duitsers en de monniken kregen de rekening van de kosten voor de draad! Velen van hen vluchtten naar Nederland.
Om de slachtoffers van de Doodendraad te herdenken, zijn er langs de hele grens van 350 kilometer witte krokussen geplant.
De Achelse Kluis in tijden van oorlog
Van klooster naar kazerne
Meteen in het begin van de Eerste Wereldoorlog, in augustus 1914, kreeg de Achelse Kluis te maken met de conflicten in Europa. Op 8 augustus bepaalde de Belgische regering dat de religieuzen in het klooster van Duitse komaf moesten vertrekken. Overste Dom Mauritius stuurde de dienstplichtige Duitse paters en monniken naar een ander klooster en de rest naar hun familie in Duitsland.
In oktober kwam de oorlog echt dichtbij toen de troepen van de Belgische generaal Deschepper, die door de Duitsers steeds verder naar het noorden werden gedreven, vroegen om opname van tweehonderd soldaten in het klooster. Dom Mauritius stuurde diezelfde avond nog een groep oude en zieke broeders naar Valkenswaard. Het vee werd op Nederlands grondgebied gedreven. Het klooster veranderde deels in een kazerne.
Granaten op het klooster
Intussen waren de Duitse soldaten al in Achel. Op 17 oktober 1914 kwam het tot schermutselingen tussen de Duitse en Belgische soldaten. Dom Mauritius liet de religieuzen in veiligheid brengen op Nederlands grondgebied. Het klooster werd beschoten met granaten, waarvan er onder andere eentje insloeg in de kerktoren. De Belgische manschappen vluchtten en werden geïnterneerd in Nederland.
Tweeduizend Duitse soldaten hielden vervolgens huis in het klooster in Achel. Ze plunderden de boel, namen alles wat eetbaar was mee en vertrokken weer. Dom Mauritius oordeelde dat het niet veilig was om terug te keren naar de Achelse Kluis. De gelovigen uit de Kluis kwamen terecht in Tegelen, Valkenswaard en Diepenveen. De boeken uit de bibliotheek van het klooster werden wel in veiligheid gebracht.
Afgesneden door een dodelijke draad
Eind 1914 trok een kleine wacht van Duitse soldaten in het poortgebouw van de Achelse Kluis. In mei legden de Duitsers een draadversperring aan op de grens tussen België en Nederland. De draad liep dwars door het kloostergoed en de tuin. Toen de draad in augustus onder stroom kwam te staan, was de hoop op terugkeer voor de kloosterlingen voorbij.
België was bezet, maar Nederland bleef neutraal. Dom Mauritius besloot het kippenhok van het klooster, dat op Nederlandse grond lag, tot een noodklooster te laten verbouwen. Op 27 mei 1917 kon een kleine groep gelovigen de nieuwe kapel en woonvertrekken in gebruik nemen. Een maand later kwam een groot deel van de kloostergemeenschap weer bij elkaar op Achelse grond. Het religieuze leven en de voedselvoorziening kwamen weer op gang. In oktober 1918 kwan de oorlogstijd stilletjes ten einde toen de Duitse soldaten het klooster verlieten. De draadversperring hadden ze doorgeknipt. De schade aan het klooster was na deze roerige tijden aanzienlijk.
De bescherming van Sint Benedictus
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog in mei 1940 leek Sint Benedictus de Achelse Kluis aanvankelijk bijzondere bescherming te bieden. Een groep van Duitse soldaten kwartierde drie dagen na de bezetting in in het klooster, maar vertrok dezelfde nacht nog.
In september markeerden de Duitsers opnieuw de grens tussen België en Nederland. Dit keer wisten de kloosterlingen hen ervan te overtuigen de grens niet dwars door het klooster te laten lopen en werd de abdij in zijn geheel gerekend tot Nederland.
Tijdens de eerste oorlogsjaren bleef het rustig in de Achelse Kluis. De bewoners deden hun best de armen uit de omgeving te voeden. Ook vingen ze een groep verzwakte jongens uit Rotterdam op. Aan het eind van 1942 werd de abdij Lilbosch in Pey-Echt gesloten door de Duitsers. Twintig paters en broeders werden liefdevol opgenomen in Achel.
Inval in het klooster
Op 14 januari 1943 was de relatieve rust voorbij. De Gestapo viel het klooster binnen. De abdij werd opgeheven en alle goederen in beslag genomen. Een paar uur later moesten alle 130 kloosterlingen vertrekken. Zij mochten alleen wat persoonlijks spullen meenemen. De Belgische monniken gingen naar Achel en daarna door naar Rochefort. Sommige broeders vertrokken naar Valkenswaard of Leende, Borkel of Aalst. De zieken gingen naar een ziekenhuis in Eindhoven. De rest, veelal wat oudere kloosterlingen, vertrokken in een gevorderde bus naar Diepenveen.
De Gestapo was intussen begonnen aan een systematische plundering van het klooster. De volledige inboedel werd weggehaald en naar verschillende plekken overgebracht. Er kwam een architect om te bekijken hoe het klooster kan worden omgevormd naar een jeugdhuis.
Er kwamen heftige bezwaren tegen deze plannen. Uiteindelijk werd de Achelse Kluis teruggegeven aan de religieuzen, op voorwaarde dat er niets hersteld mocht worden en de boerderij bestuurd moest worden voor de voedselvoorziening in België. Het was een moeilijke situatie voor de kleine geloofsgemeenschap, maar zo kon de abdij behouden blijven.
De bevrijding van het zuiden
Op 17 en 18 september bereikten de Engelse bevrijders het gebied van de Achelse Kluis. De Duitsers hadden zich opgesteld achter de Hoef. Honderden Engelse granaten vielen op de gronden van de Kluis. Ook een aantal gebouwen werd getroffen en de broederskerk raakte zwaar beschadigd. De bewoners van het klooster brachten een aantal angstige dagen en nachten door in de kelder onder de bibliotheek. Op 20 september was de abdij bevrijd.
Nu waren het Engelse soldaten die inkwartierden in het klooster en hier de winter van ‘44-‘45 doorbrachten. In november kwamen hier nog 150 vluchtelingen bij. De twintig kloosterlingen die waren teruggekeerd begonnen de boel schoon te maken en op te knappen in de hoop dat de anderen snel zouden volgen. Op zondag 27 mei werd hun geduld eindelijk beloond en keerden ook de laatste broeders terug uit Diepenveen. De kloostergemeenschap van de Achelse Kluis was weer compleet!
Wil je de Achelse Kluis nader bekijken? Boek dan een rondleiding door de abdij. Even bijkomen van de wandeling kan in het restaurant of op het terras. Breng ook een bezoekje aan de kloosterwinkel en brouwerij. Meer info vind je hier.
Dit ga je zien
Beschrijving
Startpunt:
Natuurpoort Achelse Kluis
Parkeren:
De Kluis 1, Hamont-Achel
Afstad:
11,6 kilometer
Route:
Knooppunten 68 - 70 - 80 - 118 - 113 - 112 - 108 - 106 - 104 - 107 - 73 - 04 - 72 - 71 - 68